Vriendenconcerten Architectonische Gesamtkunst

Kunst moet iets zeggen over de wereld waarin wij leven

Kunst, vond de Amsterdamse architect Hendrik Petrus Berlage (1856-1934), moet veel meer doen dan alleen behagen en verrassen: kunst behoort uitdrukking te geven aan wat er in de maatschappij leeft, of zou moeten leven.

In de kunst van zijn tijd, en in zijn geval specifiek in de bouwkunde, wilde Berlage het verlangen naar 'broederschap onder alle mensen' uitgedrukt zien. Één van de kenmerken van Berlages werk is dat al zijn ontwerpen zijn gebaseerd op het idee van het Gesamtkunstwerk. Hij was niet alleen architect, maar ook stedenbouwkundige, meubelontwerper, glasontwerper en tekenaar.

Berlages achterkleinzoon, cabaretier en schrijver Vincent Bijlo, heeft Berlages opvatting, dat kunst iets moet zeggen over de wereld waarin we leven, van zijn voorvader geërfd.

De muziek versterkt deze verhalen en het architectonische Gesamtkunst element. Sweelinck, al op 15-jarige leeftijd de vaste organist aan de Oude Kerk in Amsterdam, was door zijn geniale orgelspel een inspiratiebron voor o.a. J. S. Bach. Die Kunst der Fuge van Bach is een monument op zich, waarbij hij één enkel muzikaal thema uitbouwde tot een groots werk van een uur, maar waarbij de contrapunctus ook op zichzelf kunnen staan. Wil je kaarten voor deze voorstelling koop zie via de link.

Julius Röntgen, een vriend van Berlage, speelde een belangrijke rol in het Amsterdamse muziekleven. Hij richtte het Amsterdams Conservatorium op en was nauw betrokken bij de oprichting van het Concertgebouw. In 1884 soleerde Röntgen Brahms' Tweede Pianoconcert dat door Brahms zelf werd gedirigeerd. Als traditionele romantische componist maakt Röntgens muziek de laatste jaren een revival. Terecht, want zijn zelden uitgevoerde prachtige romantische 2de pianokwintet is een triomf. Het pianokwintet van Brahms, een goede vriend Röntgen, wordt vaak als 'de kroon' op Brahms' kamermuziekwerken beschreven.