Nicky - Mot in Mokum
Over Nicky
Het liefst zou Nicky Castricum de grachten dichtgooien en er wadi’s van maken: opslag- en infiltratievoorzieningen voor regenwater die vanzelf een planten- en dierenrijke biotoop wordt. Maar, vooruit, van projecten op een wat kleinere schaal kan de zelfbenoemd vlinderman ook gelukkig worden. Neem bijvoorbeeld zijn vlindertuin aan het Van der Pekplein. Wat hem betreft het perfecte voorbeeld van hoe een vlindertuin niet alleen de biodiversiteit, maar ook de sociale cohesie in de wijk ten goede komt. ‘Sinds daar picknicktafels zijn geplaatst, krijg ik foto’s van buurtbewoners die daar samen zitten met een flesje wijn. Heerlijk!’
Gifvrij groen
Hoe zou een groener Amsterdam eruitzien? Wat is er mogelijk in de straten? Welke hoekjes, gaatjes, stroken en veldjes lenen zich voor een biodiverse boost? Wat Nicky betreft kan iedere Amsterdammer daarover meedenken en uiteindelijk ook daadwerkelijk iets bijdragen aan zijn of haar stad. ‘Amsterdammers willen vaak wel iets doen, maar trappen nog vaak in marketingvalkuilen. Ze besteden veel geld in het tuincentrum, om er vervolgens achter te komen dat hun tuin of balkon vol met pesticiden staat. Ik probeer zo veel mogelijk Amsterdammers voor te lichten over de verschillende typen gifvrije beplanting die wél goed zijn voor vlinders en andere insecten.’
Kennis delen
Nicky streeft ernaar om alle parken in Amsterdam in 2035 gifvrij te krijgen. ‘Dat betekent dus dat er alleen nog maar gewerkt kan worden met biologische leveranciers. Voor zowel Amsterdam als de Amsterdammer geldt dat er soms weinig kennis is over plekken waar je gifvrij kan kopen. Ik adviseer, kijk mee en help inschatten welke typen beplanting de hoogste kans van slagen hebben.’
Meer wildgroei
‘In steden als Amsterdam kunnen vlinders en andere insecten profiteren van de rafelrandjes’, gaat Nicky verder. ‘Op leegstaande bouwterreinen gebeurt op het gebied van biodiversiteit heel veel.’ Toch is de stad nog te vaak geneigd ieder ‘ongebruikt’ hoekje op den duur weer in gebruik te nemen en iedere vorm van ‘wildgroei’ aan te harken, vindt hij. ‘Terwijl er in Amsterdam genoeg stukjes grond zijn, hondenpoepveldjes bijvoorbeeld, waar ecologisch heel veel mogelijk is. Ik zie veel kansen in buurtinitiatieven: projecten die door één of meerdere kartrekkers worden gedragen. Als buurtbewoners opstaan, samenwerken en zich goed laten informeren, kunnen groene initiatieven ontstaan waar plek is voor zowel mens als dier.’
Rondkijken
Wat Nicky dus maar wil zeggen: kijk eens om je heen in de stad. ‘Bekijk je straat eens door de ogen van een koolwitje, bijvoorbeeld. Een koolwitje houdt van koolsoorten, zijn die aanwezig? Of is er bijvoorbeeld klaver te vinden voor het icarusblauwtje? Groeien er bessen aan de struiken die vogeltjes een reden geven om te blijven? Zo nee: onderneem actie. Groener is veel fijner, voor iedereen. Fantaseer daar eens over!’
Nicky’s bevordert zowel biodiversiteit als sociale cohesie in Amsterdam. Hij roept bewoners op om samen de stad groener en milieuvriendelijker te maken door actief te kijken, te leren en te fantaseren.