6x Amsterdamse bodemschatten
1. The Amsterdam Dungeon
In het voormalig kerkgebouw de Nieuwezijds Kapel kun je afdwalen in een ander soort geschiedenis van Amsterdam. The Amsterdam Dungeon verzorgt hier sinds 2005 interactieve, ondergrondse tours waarbij je wordt meegesleurd naar het duistere verleden van de stad. Een ervaring over en onder de stad waarin professionele acteurs de gruwelijke delen van de geschiedenis van Amsterdam blootleggen. Absoluut een bijzondere plek onder Amsterdam, maar je kunt hier beter niet stilstaan. Voor je het weet kom je niet meer boven en blijf je hangen in het duistere verleden van de stad.
- The Amsterdam Dungeon | Rokin 78
2. De Dam
Op de Dam sta je boven op de plek waar Amsterdam haar naam kreeg. Want zonder dam geen Amsterdam. De Amstel was zo’n 130 meter breed en 10 meter diep toen de dam kort voor 1275 werd aangelegd. Het grote aardwerk waarmee de rivierbedding werd opgevuld, zit nog altijd in de grond. Net als de resten van de oudste houten sluizen waardoor het water van de Amstel naar het IJ kon uitstromen. De middeleeuwse Dam werd in de loop der eeuwen steeds verder vergroot. Oude funderingen werden in 1974 teruggevonden tijdens rioolwerkzaamheden, toen voor het Paleis de muren van de 16e-eeuwse Waag tevoorschijn kwamen. Ze zitten er nog steeds. De Dam groeide uit tot het drukste marktplein in het hart van de stad, en werd in de negentiende eeuw het bekendste plein van Nederland. Een plein voor feest en protest. Hier liggen meer voetstappen van vroeger onder het plaveisel dan waar ook in de stad.
3. Metrostation De Pijp
De Ferdinand Bolstraat tussen de Ceintuurbaan en de Albert Cuypstraat was eindeloos lang een bouwterrein van de Noord-Zuidlijn. Maar Amsterdam kreeg er (alweer) iets unieks voor terug: het diepste station van Nederland. Toegegeven, het diepste punt van de Noord-Zuidlijn, gelegen naast de Munttoren, ligt nog lager: 31,7 meter onder het NAP. Daar schiet je met de metro razendsnel voorbij. Maar wat is er mooier dan met de roltrappen naar de 2 boven elkaar geplaatste perrons van Station De Pijp af te dalen tot wel 26,5 meter diepte? Dat is een reis terug in de tijd: eerst door zo’n 12 meter veen en klei uit de laatste 10.000 jaar, daarna volgen zand- en kleilagen uit de laatste IJstijd. In de dikke zandlaag tussen circa 17 en 24 meter diep werd de tunnel van de Noord-Zuidlijn geboord. Het station steekt zelfs nog iets dieper, tot in een kleilaag uit een warmere periode, zo’n 116.000 tot 126.000 jaar geleden. Eigenlijk een gemiste kans dat de stationsmuren niet zijn benut om de aardlagen onder de stad af te beelden, met impressies van het leven van toen, zoals de mammoet of de wolharige neushoorn. Het kan nog steeds.
4. De Poentunnel
Onderaardse gangen: ze zijn meestal te mooi om waar te zijn, en toch leidden ze een hardnekkig bestaan. Fantasie is altijd fraaier dan de werkelijkheid. Zo bleek het verhaal over de vluchttunnel van café ’t Papeneiland, die naar een katholieke ‘schuilkerk’ zou leiden aan de overkant, achter Prinsengracht 7, ook een broodje aap. Of eigenlijk broodje paap, zoals een van de onderzoekers het snedig samenvatte. Toch kent het centrum van Amsterdam een echte onderaardse gang, die bij de Vijzelstraat onder de Keizersgracht doorloopt: de Poentunnel. Toen in 1974 aan de Vijzelstraat een nieuw bankgebouw verrees wilde men graag een eigen verbinding naar het oude bankgebouw – waar nu het Stadsarchief zetelt. Het nieuwe gebouw had een parkeerkelder en de bevoorrechten met een parkeerpek konden droog naar hun bureau lopen. In de kelders van het archief valt de plek nog aan te wijzen waar de tunnel begint, maar de toegang is dichtgemetseld. Aan de overkant van de gracht is de nu verlaten tunnel afgesloten met een stalen deur. Het interieur is nog helemaal gaaf: vintage jaren zeventig met vloerbedekking, schrootjeswanden en een soort wandplastieken in bruin en groen. Leuk voor archeologen uit een volgende eeuw.
5. Ondergronds kasteel
Archeologen zijn de morgensterren van de aarde. Voordat de nieuwbouw langskomt, verzamelen ze liefdevol uit oude bodemlagen alles wat achtergelaten en weggegooid is. Langs de roltrap van metrostation Rokin is daarvan een fraaie doorsnede te zien. Zo weten we ook dat de oudste huizen van Amsterdam aan de Nieuwendijk stonden, tussen de Nieuwe Nieuwstraat en de Dirk van Hasseltssteeg. Vanaf 1225 werden hier huisjes van hout en vlechtwerk gebouwd. Er woonden ambachtslieden, onder wie een wever en een smid. De Nieuwendijk was toen ook al een winkelstraat! De rij huizen groeide snel naar het zuiden, tot voorbij de Dam. En ook op de andere oever van de Amstel gingen vanaf ongeveer 1250 mensen wonen. In 1275, toen Amsterdam voor het eerst werd vermeld, telde het een kleine 1000 inwoners. Om droge voeten te houden, moesten ze voortdurend ophogen, en de metersdikke lagen onder het middeleeuwse centrum zijn een uniek archief van het Amsterdamse verleden. Hoe uniek, bleek toen in 1994 bij opgravingen een sensationele ontdekking werd gedaan; een ruim één meter dikke muur van een middeleeuwse versterking aan de Nieuwendijk bij de Nieuwezijds Kolk. Het bouwwerk van twintig bij vijfentwintig meter is waarschijnlijk in de jaren 1280-1290 gebouwd in opdracht van de Hollandse graaf Floris V, en het heeft maar kort bestaan. De Nieuwendijk is niet alleen bijzonder als oudste winkelstraat van de stad, en als plaats van het prille begin, toen Amsterdam nog geen Amsterdam heette. Het is waarschijnlijk de enige plek in Nederland waar je kunt winkelen boven een middeleeuws kasteel.
6. De Bijleveldschesluis
Amsterdam is een stad van grachten, en te veel water kan onhandig zijn. De laatste 2 eeuwen zijn er tientallen grachten en waterlopen gedempt. Omdat ze vies waren. Omdat ze in de weg lagen. Of om ruimte te maken voor het verkeer. Dat kon niet overal. De oplossing was simpel: de grond in. Zo’n ondergronds kanaal loopt onder de Nieuwmarkt, van de Kloveniersburgwal naar de Geldersekade. In het midden bevindt zich zelfs een waterkering, de Bijleveldschesluis. Die naam stamt uit de middeleeuwen. In 1413 kocht het waterschap Bijleveld aan de Oude Rijn het recht om af te wateren op de Amstel. Voor dat water was een extra sluis in de dijk bij Amsterdam nodig: de Bijleveldschesluis. Toen in 1488 de Waag werd gebouwd als oostelijke stadspoort kwam de sluis waar hij nog steeds ligt: een 4 meter brede tunnel onder voorpoort. De Nieuwmarkt was toen nog geen plein. Daar liep de stadsgracht. Toen de poort werd verbouwd tot Waag, moest er een groot marktplein bijkomen. En dus werd in 1614 een flink stuk gracht gedempt, en daaronder kwam een ondergronds kanaal, dat er nog steeds ligt. Er zijn nog 2 plaatsen in Amsterdam met zo’n ondergrondse waterverbinding: de Lijnbaansgracht onder het Leidseplein en het Kleine-Gartmanplantsoen. En het Muntplein – al is dat eigenlijk een brug, met Amsterdams brugnummer 1, die de laatste 150 jaar steeds breder is gemaakt.