Wandelroute door De Pijp
1. Marie Heinekenplein
Toen Gerard Heineken op deze plek zijn brouwerij vestigde, was De Pijp nog een redelijk rustig gebied met oude villa's, afgewisseld met fabriekjes, werkplaatsen en tuinderijen. De snelheid waarmee De Pijp zich ontwikkelde is goed af te lezen aan de ontwikkeling van de grondwaarde. Het perceel dat Heineken hier kocht op 20 september 1865 was toentertijd een stuk weiland dat hoorde bij het oude buitenhuis 'Soeracarta'. Een speculant had het stuk grond met buitenhuis in het voorjaar van dat jaar gekocht voor fl. 8000,-, Heineken telde in het najaar al fl.11.000,- neer voor alleen het weiland. Het stratenpatroon van de huidige oude Pijp volgt nog voor een groot deel het patroon van paden en slotenverkaveling zoals die in de 16e eeuw zijn aangelegd, maar hier bij het Marie Heinekenplein is het oude patroon volledig verdwenen. Hier liep vroeger het Otterspad. Waar nu het plein ligt stond oorspronkelijk de achterkant van de Heinekenbrouwerij. Het cirkelvormige plein is aangelegd in de jaren 90 en genoemd naar de schilder Marie Heineken (1844-1930, nicht van de oprichter van Heineken en vooral bekend om haar bloemstillevens). Met deze naamkeuze werden 2 problemen opgelost: het plein moest naar een schilder worden vernoemd, én de straatnaam mocht niet naar een nog levend persoon of bedrijf verwijzen. Toch zit de naam Heineken er nu in.
- Marie Heinekenplein
2. Bruine cafés in de Gerard Doustraat
Sinds de jaren 90 van de vorige eeuw is het winkel- en horeca-aanbod in De Pijp in rap tempo gegroeid. Op nummer 58 bevindt zich de Eddy Bar, één van de stamcafés van Andre Hazes, die aan de overkant geboren is (Gerard Doustraat 67-3 hoog). Het café is er al sinds 1975. Sinds die tijd is er veel veranderd. Midden jaren 90 was De Pilsvogel op de hoek een van de eerste nieuwe cafés aan het plein tegenover Het Paardje. In plaats van bruine cafés en buurtwinkels zijn er in dit straatje nu filialen van bijvoorbeeld Starbucks, Scotch & Soda, chique designwinkels en een kinderfeestwinkel te vinden. Zelfs voor een oestertje met bubbels kun je hier nu terecht. Zou je 30 jaar geleden hebben gezegd dat het zover zou komen, dan had geen enkele buurtbewoner je serieus genomen.
- Gerard Doustraat
3. Stadsplannen
In het oorspronkelijke plan van Samuel Sarphati – die een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van het onderwijs, de volksgezondheid, de stedenbouw en de nijverheid van Amsterdam in het midden van de 19e eeuw – zou De Pijp een chique nieuwe wijk worden met goede huizen voor welgestelde burgers. Het daarop volgende plan YY van stadsingenieur Jacob van Niftrik was groots van opzet met het Centraal Station op de plek waar nu het Sarphatipark is, en ten zuiden daarvan villa’s. Dat plan bleek echter te duur. Ingenieur Jan Kalff nam het stokje over. Hij vond dat er snel arbeiderswoningen gebouwd moesten worden en dat kon het makkelijkst en het snelst door het oude patroon van sloten en straten te volgen. Er ontstaat op de grens van de 2 stedenbouwkundige plannen een bijzonder patroon. De puntige hoek waar de Quellijnstraat en de Gerard Doustraat samenkomen heeft een monumentenstatus.
- Hoek Quellijnstraat en Gerard Doustraat
4. Albert Cuypmarkt
De Albert Cuypstraat is breder dan de andere straten omdat hier vroeger een brede 'sloot' lag: de Zaagmolensloot. Aan het eind van de 19e eeuw stonden de molens er volgens krantenberichten verpauperd bij, de sloot was een bron van stank en de nieuwe stad rukte op onder invloed van de industriële revolutie. Na een lange strijd was het in 1890 uiteindelijk zover dat ook de laatste molenaars afstand deden van hun rechten en de gemeente ging over tot demping van de Zaagmolensloot. Sindsdien – al meer dan 100 jaar – is hier een dagelijkse markt, al een halve eeuw bekend om de kleurrijke internationale producten. Tot aan de Tweede Wereldoorlog waren er veel Joodse marktkooplieden. Immigranten uit Spanje, Portugal, Turkije, Marokko en Suriname vonden werk bij de Heinekenbrouwerij en dat had z'n weerslag in het aanbod op de markt, de internationale levensmiddelenwinkels en de restaurants. Tegenwoordig is ook aan het aanbod op de markt een grote verandering af te lezen. Er wordt in de buurt geklaagd dat de markt een stuk duurder is geworden en het aanbod zich steeds meer richt op internationale bezoekers. De markt wordt in de tram tegenwoordig aangekondigd met 'famous streetmarket'. Naast de groei van het toerisme, zorgde ook de opening van de Noord-Zuidlijn halverwege 2018 ervoor dat de Albert Cuypmarkt nog populairder werd.
5. Een verpauperde Pijp
Eigenbouwers die met geleend geld snel wilden verdienen, sloegen eind 19e eeuw hun slag met als desastreus gevolg de zogenaamde Revolutiebouw: snel gebouwde huizen van slechte materialen en kwaliteit. Evengoed waren de huren voor de gemiddelde arbeider net te hoog om een hele etage te huren. Veel huizenbezitters verhuurden hun woningen daarom per kamer. De kamerverhuur trok kunstenaars, bohemiens en studenten aan. Rijke heren huurden kamers voor hun minnaressen: gaandeweg werd prostitutie een belangrijke bron van inkomsten. Vooral in de Govert Flinckstraat, Jan Steenstraat en Albert Cuypstraat en in de chique huizen langs het Sarphatipark woonden veel prostituees en ontstonden er bordelen. In plaats van een villawijk werd De Pijp een buurt van twijfelachtig allooi, met slechte huizen, stankoverlast van de kaarsenfabriek en de Heinekenbrouwerij, veel armoede, cafés, drank en prostitutie.
6. Sarphatipark
Hier zou oorspronkelijk het Centraal Station komen. Het Sarphatipark ligt ruim een meter lager dan de rest van De Pijp, omdat het niet opgehoogd werd. Dat geeft problemen met de waterhuishouding. Midden in het park staat het Sarphati-monument. Samuel Sarphati was onder andere arts en hij was zeer belangrijk voor Amsterdam. Zo gaf hij aanzet tot de bouw van het Amstel Hotel en het Paleis voor de Volksvlijt, maar ook tot verbetering van woon-en leefomstandigheden van de arbeider.
7. Stadsvernieuwing anno 2021
We maken even een sprongetje naar de huidige stadsvernieuwing. Het pand op De Karel Du Jardinstraat 61-63 is in 1920-21 gebouwd in opdracht van C&A: het was een confectieatelier waar zo'n 400 mensen werkten. Het is tot 1984 als kledingfabriek in gebruik gebleven. Vanaf 1987 was het in gebruik door stadsdeel Zuid. In het gebouw zijn nu 53 huurappartementen van 42-68 vierkante meter. De huurprijzen beginnen bij €1023,42 kaal per maand. Voor het tweede blok is laagbouw gesloopt. Hier worden 24 huurwoningen gebouwd van ieder 64 vierkante meter.
8. Coöperatiehof en De Dageraad
We zijn nu in de nieuwe Pijp, die is gebouwd vanaf de jaren 20 van de vorige eeuw als onderdeel van plan Berlage. De uitvoering van de stadsvernieuwing hier kwam in handen van woningbouwverenigingen. Een belangrijk doel was het bouwen van goede huizen, het verbeteren van de leefomstandigheden van arbeiders en 'verheffing van de arbeider'. Alle goede bedoelingen ten spijt bleek ook nu weer dat de woningen voor arbeiders te duur waren: er kwamen al gauw leraren en gemeenteambtenaren te wonen. Zij konden nu gebruik maken van de leeszaal die eigenlijk was ingericht ter intellectuele verheffing van de arbeider. Loop het hof uit bij de Talmastraat. Je loopt tegen wooncomplex De Dageraad aan, een prachtig voorbeeld van Amsterdamse Schoolarchitectuur, de parel van De Pijp. Ook dit complex is gebouwd met het doel de arbeider te verheffen, maar het werd zo duur dat de bouwprojecten daarna een stuk goedkoper zijn geworden.
- Coöperatiehof en De Dageraad
9. Jozef Israëlskade
In De Pijp – en zeker in dit deel van de Pijp en de aangelegen Diamantbuurt – woonden veel Joden, onder andere mensen die werkten in de Asscher diamantfabriek die op 10 minuten loopafstand hiervandaan ligt. Een groot deel van de Joodse bevolking in De Pijp kwam na de oorlog nooit terug. Verlaten huizen werden tijdens de hongerwinter leeggeroofd voor het hout en de bevolkingsaantallen in De Pijp liepen enorm terug. Er ontstond leegstand en echte bouwval. Het is dan ook bepaald geen vanzelfsprekendheid dat De Pijp zoals we die nu kennen nog bestaat. In de jaren 50 en 60 ontstond een nieuwe geest van stadsvernieuwing en kwamen er serieuze plannen om de hele wijk af te breken of delen van de wijk te slopen voor de aanleg van grote verkeerswegen. Gelukkig is het niet zover gekomen.
10. Okura en de speeltuin
Tussen 1930 en 1984 halveerde de bevolking van De Pijp. Gezinnen trokken weg uit schamele etages om gezinswoningen in de 'satellietsteden' te betrekken: Purmerend, Almere en Lelystad. Daar kreeg je voor hetzelfde geld een leuke, nieuwe woning met een kamer voor ieder kind, een tuintje en een eigen douche en wc. De mensen die bleven, waren betrokken bij de wijk. De mensen die er nieuw kwamen wonen, werden aangetrokken door 'de stad'. De nieuwkomers waren jong en activistisch: ze maakten zich hard voor 'de wijk voor de bewoners'. Jarenlang woedde er een enorme strijd tussen bewoners van De Pijp en gemeente hoe de stadsvernieuwing in De Pijp eruit moest gaan zien. Oud-bewoner en wethouder Jan Schaefer speelde daarin een cruciale rol.
De 20-eeuwse strijd tussen de gemeente en de bevolking komt mooi tot uitdrukking in dit stukje van de Wijk. Hotel Okura werd hier in 1971 gebouwd vanwege het vooruitzicht dat er op dit terrein een deftige opera zou komen, die veel draagkrachtig publiek zou trekken. Terwijl Okura al begon met de bouw van het hotel, kwam de buurt in verzet tegen het operagebouw. De buurt won. Het Okura voerde nog lang processen tegen de gemeente en kreeg uiteindelijk 1,9 miljoen gulden schadevergoeding. Dat er nu een speeltuin, sportzaal en verzorgingstehuis liggen is dus niet zomaar.
11. Drukte op het Cornelis Troostplein
Wat begin 20e eeuw nog beschouwd werd als een nadeel, zien veel inwoners van De Pijp, de ondernemers en de internationale bezoekers tegenwoordig als een voordeel: de drukte. Steeds meer mensen willen er wonen juist vanwége de dichtheid van de bebouwing, de sierlijke, 19-eeuwse vormgeving en de sterke menging van wonen, werken en uitgaansleven. Aan het uitgebreide aanbod van koffietentjes en leuke winkels aan het Cornelis Troostplein kun je de populariteit van De Pijp aflezen. Strijk hier neer of haal er iets lekkers to-go.
Roel Heidema
Wil je het uitgebreide verhaal van Roel Heidema horen (én de laatste buurtroddels), dan kun je de rondleiding boeken via local-experts.com.
'In 1987 verhuisde ik van het zuiden naar Amsterdam. Na een jaartje werken bij een bank kwam ik in de horeca terecht, en vanaf dat moment voelde ik mij hier helemaal thuis. Ik woon nu al bijna dertig jaar op hetzelfde adres in De Pijp: je kan me gerust honkvast noemen. Niets in het leven is zeker, maar ik wil hier nooit meer weg! Van oorsprong ben ik leraar aardrijkskunde en geschiedenis. Mede daarom werd ik in 2004 door Local Experts Amsterdam gevraagd om rondleidingen te gaan geven in en rond de stad. Dat doe ik nog steeds, met heel veel plezier!
Ik vind het leuk om meer dan alleen historische, culturele en toeristische informatie te geven. Het dagelijks leven te laten zien, toen en nu. Wat verandert er? Wat maakt het hier dan zo anders, zo 'Amsterdams'? Amsterdam is en blijft een stad met een heel eigen karakter, en ik kan me nog steeds verbazen over de gang van zaken hier! Heerlijk om de mensen daar op te wijzen, juist die zaken er uit pikken, die het zo boeiend, gezellig en leuk maken!'